Terug naar Portfolio >

juni 2015 | Consumentengids

Winst maken met gratis donorbloed

 

Donoren geven vrijwillig bloed om levens te redden. De bloedbank maakt daar winst mee. Hoe ver mag het gaan?


door Mayke Calis

   

Gerrit Zandbergen uit Burgum is nu drie jaar bloeddonor. De weerzin tegen naalden in zijn lijf zette de 34-jarige geschiedenisdocent opzij om anderen te kunnen helpen. Levens redden, noemen ook de meeste andere donoren in Nederland als belangrijkste reden om bloed te geven. Een paar maanden geleden las hij in de krant dat bloedbank Sanquin commerciële activiteiten ontplooit. En dat daar flinke financiële risico’s aan kleven. Een ongeruste Zandbergen: ‘Daar geef ik mijn bloed niet voor.’

Stichting Sanquin Bloedvoorziening is een non-profitorganisatie en heeft sinds 1998 in Nederland het alleenrecht om bloed in te zamelen, te bewerken en te verkopen aan ziekenhuizen. Dankzij het donorsysteem zijn de Nederlandse ziekenhuizen altijd verzekerd van voldoende en kwalitatief hoogstaand bloed en bloedplasma. Ziekenhuizen mogen alleen bloed afnemen van Sanquin, zo is bij wet geregeld.

Minder bekend, en ook bij wet geregeld, is dat Sanquin naast deze publieke taak ook commerciële activiteiten ontplooit. Met het plasma van donoren maakt Sanquin medicijnen die zij later met winst verkoopt. Past dat wel bij een organisatie zonder winstoogmerk? Nee, vindt gezondheidseconoom Marcel Canoy: de wijze waarop Sanquin nu is georganiseerd is niet zuiver. ‘Met bloed en medicijnen van bloedproducten is veel geld te verdienen. Je weet dat mensen hun bloed gratis geven. Dat doen ze niet met het oogmerk om iemand of de organisatie rijk te maken. Sanquin profileert zich door te benadrukken dat je levens redt als je bloed geeft. Dat is een mooi systeem, maar je moet er niet via de achterdeur een commerciële tak aan vastplakken.’

Onzin, zegt Robert Heckert, woordvoerder van Sanquin. ‘We besparen juist door de gezamenlijke infrastructuur en onderzoeksfaciliteiten. Bovendien is de boekhouding van de private en publieke activiteiten gescheiden. Als de divisie plasmaproducten plasma nodig heeft, betalen ze dat aan de bloedbank.’ Canoy noemt dit ‘Chinese walls’. Het ene deel van de organisatie kijkt niet bij het andere vanwege potentiële belangenverstrengeling. ‘Maar uiteindelijk zit toch iedereen in hetzelfde bedrijfsrestaurant. Op papier is alles gescheiden, maar het ene deel levert de grondstof waarvan het andere deel kan bestaan. Dus aan wie behoort de winst toe die het commerciële deel maakt?’

Monopolie
Kwaliteitsmanager Robert Slappendel van het Amphia Ziekenhuis in Breda, tevens bijzonder hoogleraar kwaliteit en veiligheid in de zorg zet daarnaast kanttekeningen bij de monopoliepostie van Sanquin. ‘Neem de prijs van bloed. Ziekenhuizen betalen Sanquin voor een zak rode bloedcellen ruim €200.’ Dat is meer dan in ons omringende landen. De prijs is onder meer zo hoog omdat ook onderzoekskosten worden meegerekend, waar dat in veel andere landen niet gebeurt. Volgens de hoogleraar wordt dit onderzoek mede gedaan ten behoeve van de commerciële tak van Sanquin, dus voor onderzoek naar medicijnen die Sanquin later verkoopt. Wél belangenverstrengeling dus. Robert Heckert van Sanquin ontkent dit. Volgens hem worden onderzoekskosten gebruikt voor product- en procesverbetering.

Het is volgens Slappendel achterhaald dat ziekenhuizen alleen bloed mogen kopen bij Sanquin. ‘Consumenten mogen medische behandelingen en medicijnen in het buitenland kopen, maar wij mogen geen zak bloed voor de helft van de prijs in België kopen.’ Terwijl het bloed in onze buurlanden net zo veilig is als hier. ’De controle is identiek,’ aldus Slappendel. Hij vindt dat donoren als waardering een vergoeding zouden moeten krijgen, al is het maar €20 per keer. Zoals in Duitsland, met een gelimiteerd aantal keer per jaar dat iemand bloed mag prikken om te voorkomen dat mensen bloed gaan doneren voor het geld.

Bloedbank failliet?
Winst maken is één ding, maar wat zijn de gevolgen voor de bloedvoorziening als Sanquin verlies lijdt? Of erger? Al jaren produceert Sanquin uit bloed van Amerikaanse donoren zogeheten bloedplasma- eiwitten waarvan medicijnen voor de Amerikaanse markt worden gemaakt. Afgelopen jaren heeft Sanquin miljoenen geïnvesteerd in deze handel. Omdat de Nederlandse bloedbank zich op de Amerikaanse markt begeeft, valt zij onder toezicht van de Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit FDA. Tot tweemaal toe heeft de FDA controles uitgevoerd en Sanquins naleving van de regels rondom de medicijnproductie onvoldoende bevonden. Bij een definitief ‘nee’ van de FDA loopt het bedrijf een aanzienlijk financieel risico, met mogelijk gevolgen voor de publieke bloedvoorziening.

De politiek deelt deze zorgen; minister Schippers (Volksgezondheid) maakte in maart bekend dat Sanquin de commerciële divisie gaat onderbrengen in een besloten vennootschap. Het risico dat Sanquin loopt met zijn commerciële activiteiten kan dan niet meer drukken op het publieke vermogen. Donor Gerrit Zandbergen is het daarmee eens. ‘Ik ben niet per se tegen commerciële activiteiten, maar die moeten niet te groot worden. Ik blijf bloed geven, omdat andere mensen dat nodig hebben.’

Bloed doneren
- Een bloeddonor geeft gemiddeld 1,4 keer bloed per jaar. Per keer geeft een donor 0,5 liter bloed.
- Bloed bestaat uit plasma, rode en witte bloedcellen, veel belangrijke eiwitten en bloedplaatjes.
- De bloedcellen en eiwitten uit bloed kunnen dienen als geneesmiddel en worden toegepast bij een groot aantal vaak levensbedreigende ziekten en ingrepen.