Terug naar Portfolio >

26-01-2013 | Gelderlander (DPD)

YOLANDE KLEISS: NIENKE IS ALTIJD BIJ ONS

yolande kleiss De Schiedammer Parkmoord is een van de grote juridische blunders van deze tijd. Toch is er lering uit getrokken. Dank zij de onvermoeibare kracht van Yolande Kleiss, de moeder van het slachtoffer Nienke.


door Mayke Calis
foto's Hilbert Krane
   

Yolande Kleiss loopt even mee naar de Vlindertuin in het park in Schiedam. Het is er vredig in de sneeuw. Ooit stonden er bosjes, maar die zijn gekapt. Nu staan er speeltoestellen in de vorm van een vlinder en een felgekleurde bank. Ook de buxushaag in het midden heeft de vorm van een vlinder. Het is het dier van Nienke; dat tekende ze graag. Geen gedenkteken, geen naam. Het moest gewoon een mooie plek zijn, zegt Yolande. En dat is gelukt. In niets herinnert deze plek aan de gruwelijke moord dertien jaar geleden op haar toen 10-jarige dochter Nienke.

Zondag 13 januari zou Nienke 23 zijn geworden. Dat is geen pijnlijke dag meer. "We waren samen met ons gezin en haalden herinneringen op, maar we hadden ook lol. Ze is er niet meer en dat is gewoner geworden. Het leven kan weer mooi zijn. En zij heeft daar een plek in." We zitten aan de houten keukentafel in het oude sfeervolle huis. Het ruikt naar hyacinten. Overal hangen vlinders en mozaïeken van Yolande. Op de grond beeldhouwwerken van René, haar man. Het zijn doeners. Creatief ook. Dat hielp haar om ten strijde te kunnen trekken tegen justitie en politie, vanwege de grove fouten in deze zaak. Ze geeft er nog steeds lezingen over op de Politieacademie. Onder meer door haar toedoen bekommeren tot familierechercheurs opgeleide agenten zich nu standaard om nabestaanden bij een dergelijke gebeurtenis. Officieren van justitie leren tegenwoordig tijdens de opleiding hoe ze met slachtoffers moeten omgaan. En ook Slachtofferhulp zelf is verbeterd. Maar journalisten kunnen ook nog wel wat leren, vindt Yolande.

"Je denkt dat iedereen met je meeleeft en respect heeft als je zoiets overkomt. Maar de tweede dag werd op het Journaal een vrouw aan het woord gelaten die zei dat ze het onverantwoord vond dat Nienke alleen had mogen buiten spelen. Dat voelde alsof ik haar had vermoord. Ook dook meteen overal haar voor- en achternaam op. Dan gaat het niet meer alleen over Nienke, maar ook over ons. We hebben nog drie zoons, die zijn daar later eindeloos mee geconfronteerd. Er werden foto's, plattegronden van ons huis gepubliceerd en journalisten speculeerden eindeloos over wat er precies was gebeurd. Een levensechte reconstructie werd uitgezonden zonder ons op de hoogte te stellen. "Later werd gesproken over de Nienke Kleiss-blunders. Maar Nienke had geen fouten gemaakt. Ik begrijp heel goed dat journalisten hun werk moeten doen, maar zij realiseren zich vaak niet hoe zoiets binnenkomt bij nabestaanden. Ook in de zaak van Milly Boele werd er flink op los gespeculeerd. Het is een soort ramptoerisme. Waarom moet ik lezen wat de kleur van het slipje is van een vermoord meisje in een andere zaak? Wat voegen dit soort details toe? Het zou al schelen als journalisten zich wat vaker zouden afvragen of zij het zelf wilden lezen als het hen overkwam.

"Ook verschenen er fabels. Zo zouden we verhuizen. En zou ik via teletekst hebben vernomen wat er was gebeurd. Maar ik heb Nienke zelf gevonden. Ze was die dag met haar vriendje uit school gekomen, vrolijk, lachend als altijd. Er waren biggetjes geboren op de kinderboerderij en die wilden ze zien; ze hadden schillen in een tasje. Ik had een bikini voor haar gekocht, die heeft ze nog gepast hier in de kamer. Daarna hup dat ding uit, 'Gaaf mam', dikke kus en weg. Ik ben er achteraan gerend met hun jasjes. Gezwaaid. Zag hen nog de hoek om fietsen. Dat is mijn laatste beeld. "Met mijn zoon van twaalf ben ik haar aan het einde van de middag gaan zoeken. Op ons geroep is haar vriendje uit de bosjes gekomen, heeft iemand aangeklampt, dat bleek Cees B. te zijn. Die heeft de politie gebeld. Toen wij aankwamen stonden er al mensen. 'Er ligt een meisje in de struiken, maar je moet niet gaan kijken'. Ik wist dat het Nienke was en dat het helemaal mis was. Wilde erheen lopen, maar kon mijn zoon niet meenemen en ook niet overstuur alleen laten. De eerste agent was snel ter plekke, meteen was duidelijk dat ze niet meer leefde.

"Mensen worden bang van je als je zoiets meemaakt. Als ik buiten kwam, keek iedereen naar me. Een paar dagen later liepen René en ik op straat, toen we een goede kennis zagen. Ze zag ons en maakte meteen rechtsomkeert. Zeker een enge ziekte, zeiden we tegen elkaar. We besloten naar de school van de kinderen te gaan. Kon iedereen die wilde ons aanspreken. Als je je openstelt, durven mensen meestal wel.

" Je denkt dat je leven ophoudt en in zekere zin is dat ook zo. Wij zijn in het begin heel goed opgevangen door familierechercheurs, toen nog een zeldzaamheid. Deze twee mensen waren er voor ons, hielden ons op de hoogte en gaven ons vertrouwen dat deze zaak opgelost werd." In de tweede ronde, zoalsYolande de tweede rechtszaak tegen Wik H. noemt, was dat wel anders. "We kregen een nieuw koppel en binnen vijf minuten hadden we al ruzie. Via de radio had ik vernomen dat er een nieuwe rechtszaak kwam, dus ik verwachtte een excuus. En een verklaring van wat er precies aan de hand was. Niks daarvan. Ons werd verzocht een weekje op vakantie te gaan en een ander nummer te nemen. Het nieuwe koppel was heel vriendelijk, maar volstrekt niet toegerust op de taak van familierechercheur. Gelukkig hadden we wel een heel goede advocaat.

De tweede keer mochten we ook het dossier niet lezen en wilde de officier van justitie ons niet spreken. Tijdens de rechtszaak moesten we maar gewoon op de publieke tribune gaan zitten. Journalisten mochten overigens wel de zaal in. Het was al zo onwezenlijk, wij telden niet mee, maar het ging wel over onze dochter. Mijn onmacht en woede is toen groter geworden dan ooit." Na een rechtszitting van Wik H. rijdt Yolande op de fiets langs de Vlindertuin waar een journalist met een camera bezig is. Hij maakt een reportage voor Netwerk. Yolande vraagt of hij haar op de hoogte wil stellen van de uitzending. Dat gebeurt niet. Hij geeft later als verklaring dat hij het recht heeft de maatschappij te informeren. Op het verzoek in het vervolg Nienke's naam niet meer te noemen wordt ze in de volgende uitzending stelselmatig Nienke B. genoemd, naar de initiaal van de eerste dader.

"De eerste jaren heb ik alleen geleefd omdat mijn drie zoons verder moesten. Hun flexibiliteit heeft me kracht gegeven. De eerste ochtend aan het ontbijt vroeg mijn 12-jarige zoon wat het leven nog voor zin heeft. 'We kunnen beter zelfmoord plegen'. Een dag of tien later zou mijn andere zoon 8 jaar worden. Wat we op zijn verjaardag zouden doen. Niks. Begon hij te huilen, 'Ben ik mijn zusje kwijt, vieren we ook mijn verjaardag niet'. Dus hebben we die wel gevierd; zonder slingers maar mét taart. De kinderen zaten bij elkaar, praatten en huilden. Toen opperde een neefje om verstoppertje te spelen, omdat ze dat altijd deden. De kinderen gingen spelen en daardoor moesten ze ook weer lachen. 's Avonds zei mijn oudste zoon in bed dat hij geloofde dat we toch wel weer gelukkig konden worden. Dit was voor mij aanleiding om die stap te kunnen maken. En als het je lukt om door te gaan, zie je heel langzaam dat het leven weer mooi kan zijn." Dat ging met horten en stoten. "Ik stelde mezelf voor dat als ik de dader zou tegenkomen, ik een mes zou pakken om hem overhoop te steken. Maar ik kan nog geen vis fileren. Raakte uitgeput van die woede en het leidde tot niets. Ik heb het kunnen omvormen door de aanleg van de Vlindertuin in het park. Ook hebben we een boekje geschreven over hoe Nienke was. Mijn man is gaan beeldhouwen. 'Tussen de beitel en de steen ligt de dader', zegt hij altijd.

"Het was zo moeilijk om ineens iemand anders als dader te zien. Voor ons was dat Cees B., maar toen Wik in beeld kwam, duurde het even, voordat we konden omschakelen. Tot op de dag van vandaag is niet duidelijk wat Cees daar deed op die plek in het park. Zijn fiets lag daar en alle getuigen hebben hem gezien, maar 20 minuten lang heeft niemand hem gezien. Als ik een boek zou schrijven, heeft Wik het gedaan en heeft Cees staan toekijken.

"Als ik terugkijk, denk ik dat ik vroeg oud en dus wijs ben geworden. Ik geef het leven nu andere waarden. Ben dankbaarder voor alles wat ik heb. Dat klinkt gek, want ik mis zo iets dierbaars. Maar het heeft me doen beseffen wat ik nog wel heb en hoe belangrijk dat is. Ik heb veel met de kinderen gedaan, ook met Nienke. Die herinneringen koester ik. "Toen mijn jongste zoon een keer opmerkte dat hij mij nog nooit had horen zingen, terwijl ik dat vóór Nienkes dood wel deed, ben ik op een koor gegaan. Voor Nienke hebben we een muziekstuk laten componeren. 'Violen voor een vlinder'. Het is een stuk voor alle overleden kinderen." Terwijl ze het vertelt, pakt ze een cd en een tekstboekje uit de kast en geeft het mee. Er is geen dag dat ze niet aan Nienke denkt. Doorgaans rustig. Ze hoort er gewoon bij. Momenten dat het haar pijnlijk overvalt, is als er een soortgelijke zaak in het nieuws speelt. Onlangs zette ze kerstspullen terug op het vlierinkje, waar ook spullen van Nienke liggen. "Ze heeft zoveel gemaakt en geschreven in die korte tijd. Confronterend om dat te zien. Dan huil ik even of ik zet mooie klassieke muziek op. Ik laat het verdriet komen. Dat mag."